Mijn tweeling gaat naar school, en mama moet wennen!
Oh een tweeling, wat leuk! Dan hebben ze altijd elkaar. Dat is wat de meeste meerlingouders vaak te horen krijgen. Eerder zag ik daar niet altijd de voordelen van in, omdat ze dus ook altijd de aandacht samen moeten delen. Laat dat nou vaak reden van strijd zijn tussen mijn zoon en dochter. Jaloezie over alles en strijd over wie de onverdeelde aandacht krijgt van papa of mama.
Ze kunnen elkaar ook fantastisch vinden en elkaar overladen met liefde. Dat gaat al gauw over in ‘bargebieten’. Zo noemden mijn ouders (ik heb Friese roots) het altijd als het uit de hand dreigde te lopen tijdens het spelen. Nu kende ik eerlijk gezegd weinig strijd met mijn broer en zus. Ze zijn een flink stuk ouder dan ik en daarom kreeg ik alle aandacht als nakomertje. Ik hoefde niet te strijden voor aandacht, zoals mijn zoon en dochter nu. Waar eerder de nadruk op de strijd leek te liggen, breekt nu de tijd aan dat ze de voordelen ook ervaren van het tweeling zijn.
Afgelopen zomer zijn ze 4 jaar geworden en sinds kort gaan ze naar de basisschool. Ze gaan alweer hun vierde week in en eigenlijk gaat het hartstikke goed. Af en toe nog moeite met afscheid nemen bij het vertrek, maar dat is een kwestie van wennen. De eerste schooldag brachten mijn vriend en ik ze samen naar school. Wel een momentje natuurlijk! Op het drukke schoolplein liepen we naar hun lokaal waar hun stoeltjes al met naam en dierenplaatjes klaar stonden. Vlak vooraan bij de juf in een klas van 27 kinderen. Toen was ik blij dat we ervoor gekozen hebben om ze in dezelfde klas te laten starten. Veilig naast elkaar en een stuk minder alleen dan andere kinderen die voor het eerst in hun eentje komen. Ze troosten elkaar als ze het moeilijk hebben en praten ons na met geruststellende woorden. Wat soms wel confronterend en grappig is. Juf M weet ze in korte tijd al helemaal in te pakken en er lijkt zich al een prille verliefdheid van mijn zoon te ontwikkelen.
De week ervoor stond ik nog met vochtige ogen afscheid te nemen bij hun kinderdagverblijf. Ze kwamen uit een groep van maximaal 12 kinderen waarbij ik alle kinderen met hun voornaam kende. Ook de meeste ouders trouwens. Wat een enorme overgang is het dan om over te gaan naar de basisschool waarbij je dus weer helemaal opnieuw begint. Niet alleen de kinderen, maar ook ikzelf. Waar ik gewend was om iedere poep en scheet in de app voorbij te zien komen met daarbij schattige samenspeelfoto’s, ben ik nu weer terug bij af. ‘Hoe was het op school? Wat heb je vandaag gedaan? Met wie heb je gespeeld?’ Allemaal vragen die ik aan m’n kinderen stel, maar niet heel duidelijk een antwoord op krijg. Nu is de juf nog bereid om me even kort bij te praten als ze tijd heeft na schooltijd. Vooralsnog krijgen we gelukkig positieve berichten en ze komen ook altijd blij uit school.
Naast het feit dat de school nieuw is, hebben we ook te maken met het fenomeen BSO (buitenschoolse opvang). De eerste keer hebben we ze ook weer samen opgehaald. Het was tenslotte de eerste lange dag; eerst school tot 14.15 uur en daarna naar de BSO. Het was een mooie zomerse dag, dus we zagen ze al op het schoolplein spelen. Ik stond al helemaal klaar om ze knuffelend te ontvangen. Ze renden me straal voorbij en vlogen in de armen van papa. Het leek wel zo’n scene uit een slechte comedy. Gelukkig kwam mijn dochter mij al snel knuffelen. We moesten er uiteraard hard om lachen, maar dit was niet helemaal wat ik verwacht had. Blijkbaar was ik zelf meer gespannen dan de kinderen. Ze waren super enthousiast en lieten ons al snel de nieuwe speelhoekjes zien. Allemaal nieuw speelgoed en voor elk wat wils. Ik vroeg aan de pedagogische medewerkers hoe het gegaan was. Terloops vroeg ik even hoeveel kinderen ze eigenlijk op zo’n middag hadden. ‘Ongeveer 65 tot 70 kinderen op de dinsdag’. Zo, dat was me even slikken. Nog terugdenkend aan dat veilige en kleine groepje op het kinderdagverblijf, was dit wel het maximale loslaten. Uiteraard blij dat de kinderen blijkbaar een stuk minder moeite met de overgang hebben. Wellicht had het ook te maken met het feit dat we verhuisd zijn naar een andere wijk in de stad. Hierdoor gaan ze sowieso naar een andere basisschool dan hun vriendjes op het kinderdagverblijf.
Ondertussen begint het steeds leuker te worden op de basisschool. Zowel mijn zoon en dochter blijken al meerdere vriendjes gemaakt te hebben. Ieder afzonderlijk van elkaar en dat is alleen maar fijn. Zo word ik gesterkt in de keuzes die we tot nu toe gemaakt hebben dat ze in dezelfde klas zitten. Als tweeling bestaat het gevaar dat ze elkaars ontwikkeling in de weg zitten, maar dat is nu helemaal niet aan de orde. Ook de juf beaamt dit. Ik stond laatst op het schoolplein en daar kwam al een vader naar me toe of onze dochter met zijn dochter wilde spelen. Mijn hart maakte een sprongetje, wat leuk dat de eerste vriendjes en vriendinnetjes beginnen te ontstaan. Deze speeldate kon helaas niet doorgaan vanwege andere plannen. Ik ben wel heel benieuwd hoe het straks gaat als de een wel een afspraakje heeft en de ander niet. Wanneer de speelafspraak bij ons thuis komt, vrees ik een beetje ‘de bargebieten’ vanwege jaloezie. Maar dat gaan we meemaken. Het komt wel goed op school denk ik en deze tweelingmama moet vooral het meeste zelf wennen aan al die veranderingen.
Mijn naam is Fokelien, tweelingmoeder van Feline en Guus (4 jaar). Samen met Hans en onze kinderen woon ik in Zwolle. Ik werk als loopbaancoach bij een internationale organisatie. Verder ben ik een nieuwsgierig aagje met een passie voor schrijven en social media.